Terugblik
Blijf op de hoogte en volg akke
13 Juni 2015 | Spanje, Santiago de Compostela
Ik ben in de kathedraal van Santiago, op zoek naar het graf van Jacobus.
'In de crypte onder het altaar liggen zijn beenderen', staat in de Rother wandelgids.
Maar om het altaar is het afgezet. Een rood / wit lint verspert de doorgang en er is een bewaker. Het is een vrouw. Op haar uniform staat: Security Cathedral Santiago.
Ik vraag of ik even bij het graf van Jacobus mag.
'Het is afgesloten,' zegt de bewaker.
'Afgesloten, waarom dat?'
'Het graf was leeg. Jacobus was verdwenen. Tenminste wat nog van hem over was, zijn beenderen,' De vrouw lacht wat onzeker. 'Opeens op een avond stond het graf open.'
Ik hap naar adem en denk direct aan mijn ontmoeting met Jacobus in het cafe. Op een avond.... zou het kunnen.... dat ik echt... Jacobus ontmoette? *
'Wanneer is hij verdwenen?' vraag ik.
'Kort geleden... een paar weken terug. De volgende dag was hij er weer.'
Mijn buik maakt rare sprongen. Ik haal een paar x diep adem.
Dan zeg ik: 'Ik hoor verhalen dat hij soms verschijnt aan pelgrims op de weg.'
'Tjaah,' zegt de bewaker, 'Dat zijn vage verhalen, ze gaan inderdaad rond. Maar je moet ze niet geloven. Onzin. Hij is gewoon gestolen'
'Mag ik even bij het graf?'
'Nee, we bewaken hem niet voor niets,' zegt de bewaker kortaf. Ze draait zich om en loopt bij me vandaan.
Ik denk aan Mirador de Atalaya, de zeemeermin*: 'Er is veel meer dan alles wat je ziet en weet. Vergeet vooral niet wat je zag.'
In de kathedraal ga ik zitten. Op een houten bank gereserveerd voor pelgrims.
Ik denk terug aan het gesprek met Jacobus. Nog steeds wil ik antwoorden op vragen. Soms is die behoefte sterk, soms kan ik het loslaten.
'Eens komt ook voor jou het moment dat je je vragen kunt laten. Een kwestie van tijd en geduld.' zei hij.
Ik zet mijn hoofd in mijn handen, leun wat voorover op de houten bank. Er zijn weinig mensen in de kathedraal. Het is stil om me heen.
Ik denk aan mijn reis. Wat heeft deze tocht me gebracht?
De tocht bracht me bij zee. Bij het water en de ruige rotsen. De smalle paadjes door berggebieden. De tocht bracht me de stilte en de vreugde van het alleen zijn.
Soms voelde ik me dapper* als ik alleen mijn eigen weg ging, afdwaalde van het gebaande pad, alleen de hoge rots beklom die me ver boven de zee bracht. Ik herinner me sterk de ontroering die ik daar ervaarde. De verten, de leegte, de ruigheid, het woeste water. Het contact met het universum. De aanwezigheid van de Eeuwige.
Ik denk aan de Hogeschool Van Het Leven. Ik weet nu dat ik lang geleden ben gestart op die school, maar nog lang niet uitgeleerd. Misschien leer ik wel mijn hele leven.
Ik denk aan de eenzame gevoelens toen ik alle bekende pelgrims achter me liet in Ribadeo en de bus naar Santiago pakte. Zonder bekenden naar Finisterra liep.
Ik weet dat ik een maand kan leven met 88 spullen. De eenvoud van een groen en een rood t-shirt. Een en dezelfde korte broek. Blij met doge sokken.
Ontspullen*: aangenaam kennis mee te maken ;)
En verder is een biertje na een lange tocht verschrikkelijk lekker (maar dat wist ik al)
En daar in de kathedraal denk ik: Het was een mooie reis. Bijzonder mooi.
*zie reisverslagen: de ontmoeting met Jacobus, Mirador de Atalaya, Dapper, Ontspullen
-
15 Juni 2015 - 17:08
Hilded:
Mooi zo'n overdenking van een gedenkwaardige tocht! En Jacobus, wie weet komt hij je nog weer es op je schouder tikken ;-)
Hoop op een goede terugtocht voor jou!
Genoten van je verhalen!
xxx
hilde
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley