De slaaptrein
Blijf op de hoogte en volg akke
06 Februari 2016 | India, Madras
Ik wil eten scoren, maar denk aan de waarschuwingen. Overal langs de weg is eten, in kraampjes, stalletjes, winkeltjes, restaurantjes. Als ik het uitgestalde voedsel zie, denk ik aan buikkrampen en bacterien. Die aarzelende gedachte is de schuld van Meditel, met een folder over eten en ziektes, vooral diarree. Ik heb daar ook nog es ervaring mee.
Als je niets eet, word je van het eten in iedere geval niet ziek. Ik waag een sapje, verse jus d'orange, no ice please! (IJs van gewoon water = riskant, staat in de folder)
Ik kijk om me heen. Mensen eten onbekend voedsel met hun handen.
Om 10 uur die avond word ik gehaald door Jeba. We gaan naar het station, voor de slaap trein naar Salem. We zijn vroeg en gaan nog even naar een restaurantje. Jeba leert me over indisch eten. Hij beveelt een kommetje rijst aan. Ik krijg er een lepel bij. Om me heen eten de Indiers van een bananenblad. Ze wassen hun handen en eten rijst met de vingers. Jeba vertelt dat kinderen leren om zo te eten. Je hebt 5 lepels, zegt hij en wijst op zijn vingers. Je hand palm mag je niet gebruiken, want dat is vies. Kinderen krijgen een tik over de vingers als ze dat doen, vertelt hij.
Bijna al het eten is scherp gekruid. Spicy food. Een hapje en de tranen springen me spontaan in de ogen.
Ik ben blij met Jeba, hij is mijn begeleider voor een paar dagen. We lopen samen naar het station. Om 11 uur in de avond is het er druk en rumoerig. Jeba legt me het systeem uit. We moeten vanaf spoor 7, een perron die bereikbaar is via een spoorbrug. Ik herken het Nederlandse systeem. Op perron 7 staat de slaaptrein. Onze namen staan in een print geplakt op de deur van de juiste trein. We hebben een plaatsnummer en een bank die omgeklapt een bed wordt. Met kussens, lakens en een deken. In ons treindeel komt een Indische familie. Oma, moeder, dochter, vader. Oma is oud en moet boven slapen. Via een trapje. Ze zucht en dan vraagt moeder aan Jeba of oma met hem mag ruilen. Jeba en ik hebben de onderbedden. Jeba knikt, hij vindt het goed. Ik bied mijn onderbed aan de moeder. We maken een praatje met de familie. Ik verbaas me over de taal, ze spreken goed engels, ook de oma.
Ik ben moe en klim op het bed. Een smalle harde plank bekleed met een dun laagje vulling. Ik houd mijn kleren aan, slaap, draai, slaap weer, draai, daal af naar de wc. Op sokken in een pissige hurkbak. Het is donker in de trein. Als ik terugloop lijken alle bedden op elkaar. Maar uit voorzorg heb ik het laken als een witte vlag uit het bed getrokken. Dat heeft met mijn ervaring als reiziger te maken. Ooit ben ik midden in de nacht verdwaalt. Dat ben ik nog niet vergeten. Vannacht is het bingo! Mijn bed is leeg. Ik klim er weer in en slaap tot de ochtend.
Salem is het eind station. Jeba wekt me. Ik ben nog steeds gekleed, zwaai mijn benen uit en spring af. Rugzakje op en klaar om te vertrekken. Wat een easy eenvoud.
We worden gehaald. Door een auto met chauffeur en een staflid van het tehuis wat ik ga bezoeken.
Op naar Bethel Agricultural Fellowship.
Chennai - Salem
4 februari 2016
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley